De zorg voor mensen met diabetes kan verder verbeteren door de vergoeding van hulpmiddelen volledig via de hulpmiddelenzorg te laten lopen. Dit adviseert Zorginstituut Nederland aan minister Bruins voor medische zorg en sport. Het Zorginstituut stelt dat de zorg voor de individuele patiënt erbij is gebaat wanneer alle diabetes-hulpmiddelen via de hulpmiddelenzorg worden verstrekt en vergoed. Het vergoedingensysteem wordt inzichtelijker en dat vergroot de toegankelijkheid van de zorg: individuele patiënten krijgen het hulpmiddel dat voor hen het meest geschikt is.

Op dit moment vallen de diabeteshulpmiddelen binnen twee verschillende aanspraken in de Zorgverzekeringswet (Zvw): óf de aanspraak hulpmiddelenzorg (hmz) óf de aanspraak geneeskundige zorg, zoals medisch specialisten plegen te bieden (medisch-specialistische zorg, msz). Voor de continue glucosemeter leidt de huidige praktijk tot willekeur. De patiënt is afhankelijk van het ziekenhuis of hij/zij wel of niet een continue glucosemeter krijgt. Verzekerde zorg is hiermee niet voor iedereen toegankelijk.

De Rondetafel Diabeteszorg, onder voorzitterschap van de NDF, heeft het Zorginstituut naar aanleiding hiervan gevraagd om het pakket diabeteshulpmiddelen opnieuw te bekijken. Met haar advies aan de minister volgt ZIN deze lijn.

De NDF is blij met het advies. Functioneringsgericht voorschrijven wordt de norm. Patiënt en behandelaar kunnen kiezen voor het meest geschikte hulpmiddel zonder dat het budget van een ziekenhuis een belemmerende factor is. Het advies draagt ook bij aan doelmatigheid omdat zorgverzekeraars meer onderhandelingsmogelijkheden bij de inkoop van diabeteshulpmiddelen dan individuele ziekenhuizen.

Ondertussen is de NDF door het Zorginstituut gevraagd om samen met stakeholders te kijken naar een passend kwaliteitsbeleid. In 2020 zal worden gewerkt aan het integreren van de bestaande kwaliteitsstandaarden bloedglucosemeting en insulinepomptherapie én de nieuwe kwaliteitscriteria voor FGM en RTCGM.